Subsidies biobased bouwproducten

Subsidies biobased bouwproducten

Er zijn veel initiatieven om biobased bouwen ook financieel te stimuleren. Daar horen ook diverse stimuleringsmaatregelen bij. In dit artikel staan drie soorten regelingen op een rij:
  1. Regelingen voor fabrikanten (innovatiesubsidie)
  2. Regelingen om de toepassing aantrekkelijker te maken (projectsubsidie)
  3. Carbon Credits (handel in CO2)

Missen er financiële stimuleringsmaatregelen? Ik hoor het graag. Zet ze in de comments dan proberen we er een zo’n volledig mogelijk artikel van te maken.

 

Regelingen voor fabrikanten

Subsidie Circulaire ketenprojecten (CKP)

Deze subsidie is voor mkb-ondernemers of grootondernemers die samenwerken om een product- of materiaalketen te sluiten. Er is subsidie voor activiteiten die drempels wegnemen om producten, processen of diensten circulair te maken. In een bestaande of (deels) nieuwe keten. De resultaten dienen vervolgens geborgd te zijn in de bedrijfsvoering. Betrokken ondernemers hebben een actieve rol in ten minste 3 schakels van de product- of materiaalketen. Voorbeelden van schakels zijn producenten, gebruikers, verwerkers, grondstoffenleveranciers, retailers, reparateurs en inzamelaars.

  • De subsidie is maximaal € 20.000 per ondernemer.
  • Uiterlijke aanmelddatum: 4 september 2024 (maar first come first serve en gaat 4 april open)
  • Lees hier meer over deze regeling.

Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie Gebouwde Omgeving (MOOI)

Deze subsidies is voor grotere innovaties die flink bijdragen aan de klimaatdoelen door verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het gaat daarbij om cross-sectorale samenwerkingsverbanden van tenminste drie ondernemingen waarbij wordt gekeken naar technische, sociale en andere factoren.

Er is bijzondere aandacht voor biobased en andere maatregelen die ook de uitstoot van de materiaalimpact terug brengen. Vaak gaat het dan om isolatiemateriaal, het doel is immers bij te dragen aan de grootschalige betaalbare verduurzaming van bestaande woningen en utiliteitsgebouwen.

Het kan binnen deze regeling om wat lagere TRL’s gaan. Uiterlijk binnen 5 jaar dient het te komen tot een eerste toepassing (bijvoorbeeld een demonstratie).

  • Uiterlijke aanmelddatum: 18 april (verplichte vooraanmelding)
  • Maximale subsidie: € 4.000.000 euro (minimaal € 25.000 euro voor iedere deelnemer)
  • Lees hier meer over de subsidie.

Programmalijn Prefab: Kennis- en Innovatieprogramma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB)

Het programma Schoon en Emissieloos Bouwen is opgericht om in samenwerking met het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen de volgende doelen voor 2030 in de bouwsector te realiseren:

  • 60% NOx reductie ten opzichte van 2018
  • 0,4 Mton CO2-reductie ten opzichte van 2019
  • 75% minder gezondheidsschade (reductie PM10 en NO2) ten opzichte van 2016

Hierbij gaat het om hogere TRL’s. De ambitie is dat vanaf 2027 de emissiereductie doelstellingen over de gehele keten worden gehaald bij tenminste 15% van de nieuwbouwwoningen. Dat zijn volgens de huidige prognoses in 2027 circa 13.500 woningen. Met deze subsidie moet opschaling uiterlijk 2027 dus voor de hand liggen.

Binnen de Programmalijn Prefab wordt gezocht naar innovatie die het aanbod van emissie reducerende woningbouw op korte termijn vergroten. Het toepassing van nieuwe of verbeterde grondstoffen in het industriële bouwproces is hierbij een specifiek onderwerp. Belangrijk is wel dat de prefabindustrie is betrokken.

  • Uiterlijke aanmelddatum: juni 2024
  • Maximale subsidie: Totale budget € 6,5 miljoen.
  • Kijk hier voor meer informatie.

MIA\Vamil

Bij de regelingen voor toepassing van biobased materialen hieronder staat e.e.a. geschreven over de MIA/Vamil. Hoewel de mogelijkheden voor biobased fabrikanten in 2024 ten opzichte van 2025 zijn beperkt, is het nog wel mogelijk om MIA\Vamil aan te vragen. In Hoofdstuk 1 staat meer over de mogelijkheden maar ook bij Hoofdstuk 2 en 5 zijn twee interessante paragraven meegenomen. Het gaat daarbij om Hoofdstuk 2 F 2150 (Apparatuur voor opwerken van plantenresten tot grondstof) en Hoofdstuk 5 F 5122 (Systeem voor verbeteren kwaliteit maaisel). Omdat we vooral kansen in de toepassing zien wordt de regeling hieronder wat uitgebreider toegelicht.

Just Transition Fund (JTF)

Fonds voor een rechtvaardige transitie, draagt bij aan de overgang naar een Klimaatneutraal Europa. JTF financiert innovatie van de regionale economie en vermindert de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid als gevolg van deze transitie. In de periode 2021-2027 kan Nederland in totaal aanspraak maken op 623 miljoen euro.

De ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), provincies en gemeenten bundelen de krachten om gezamenlijk het JTF-programma vorm te geven en uit te voeren.

De uitvoering van het JTF-programma ligt in de regio’s Noord-Nederland, Zuid-Nederland en West-Nederland in samenwerking met drie intermediaire instanties: Kansen voor west (West-Nederland) , SNN (Noord-Nederland) en Stimulus programmamanagement (Zuid-Nederland). Meer informatie.

Regeling voor toepassing biobased materialen

Woningeigenaren

In de subsidieregelingen voor woningeigenaren is, bovenop reguliere subsidiebedragen, een bonus ingesteld voor milieuvriendelijke biobased materialen. Dit betreft drie subsidieregelingen:

  • De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE): vanaf 1 januari
  • De Subsidieregeling verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (SVVE): vanaf 1 januari
  • Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH): volgt later

Iedere regeling is bedoeld voor een andere doelgroep: de ISDE is bedoeld voor particuliere woningeigenaren, de SVVE voor verenigingen van eigenaars en de SVOH voor private verhuurders. De vereisten (minimaal aantal vierkante meters, subsidiebedragen) zijn gelijk in alle regelingen.

Hoeveel subsidie?

De hoogte van de extra biobased subsidie is afhankelijk van het type maatregel.

  • Dakisolatie € 5 per m2
  • Zoldervloerisolatie of spouwmuurisolatie € 1,50 per m2
  • Gevelisolatie € 6 per m2
  • Vloerisolatie € 2 per m2
  • Bodemisolatie € 1 per m2

Het aanvragen van de subsidie gaat eenvoudig in de huidige aanvraag van de reguliere subsidie mee.

Het inblazen van vezels van stro en miscanthus staat op dit moment nog niet in de meldcodelijst (waarin de producten staan die in aanmerking komen). Deze volgen zo spoedig mogelijk.

  • Lees hier meer over de SVVE subsidie.
  • Lees hier meer over de ISDE subsidie.
  • Lees hier meer over de SVOH subsidie.

Spor-regeling (Subsidie voor Procesondersteuning opschaling)

Voor organisaties die samen met andere woningeigenaren woningen wil verduurzamen is de Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten (SPOR). Er kan een procesondersteuner worden ingehuurd, die het verduurzamingsplan schrijft, zodat het renovatieproject kan worden opgeschaald. Uiteraard kan daarbij ook gebruik worden gemaakt van de toepassing van biobased producten.

  • Uiterlijke aanmelddatum: 31 december 2024 Maximale subsidie: maximaal € 200.000 euro per samenwerkingsverband, waarvan € 25.000 euro als voorschot.
  • Lees hier meer over de regeling.

Meerjarige Experimenten Effectieve Renovatiestromen (MEER)

Met een industriële en gestandaardiseerde aanpak kunnen sneller en meer woningen worden verduurzaamd tegen lagere kosten. De subsidie is bedoeld voor grootschalige, langjarige renovatieprogramma’s met een hoog verduurzamingsniveau die woningeigenaren en aanbieders gezamenlijk opzetten en uitvoeren. Daarbij is een extra stimulans voor ingrepen met een lagere materiaalimpact.

  • Uiterlijke aanmelddatum: 1 mei 2024
  • Maximale subsidie: Het subsidiebedrag per woning is 120,00 €/ton CO2 die door de renovatie wordt gereduceerd, per samenwerkingsverband is de subsidie niet hoger dan € 15.000.000.
  • Lees hier meer over de regeling.

MIA/VAMIL (Milieu-investeringsaftrek, willekeurige afschrijving milieu-investeringen)

Ondernemers kunnen met belastingvoordeel investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen en technieken. Daarvoor is de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De aftrek pas je toe in de belastingaangifte. De investeringen moeten op de milieulijst staan en voldoen aan diverse eisen.

Ook voor circulaire gebouwen of circulaire huurwoningen is het mogelijk de aftrek aan te vragen, zie rvo.nl/sites/default/files/2023-12/Handreiking-Circulaire-Gebouwen-Milieulijst-2024.pdf. Materialen en bouwproducten kun je meestal niet los melden maar bijvoorbeeld groene daken en gevels wel.

Om in aanmerking te komen gelden eisen waaronder een maximale MPG (waarden in per m2 bvo per jaar, excl. zonnepanelen. Voor meer informatie zie Milieu- en Energielijst 2024 | RVO.nl | Rijksdienst):

  • Kantoren € 0,50
  • Industrie € 0,30
  • Woningen grondgebonden € 0,38 (kleiner dan 90 m2; € 0,40)
  • Woongebouwen € 0,40 (kleiner dan 55 m2; € 0,50)

Maximale investeringsbedrag: € 25 miljoen per aanvrager per jaar, de aftrek komt grofweg neer op 11,25% nettovoordeel tot maximaal circa 30%-50% van de meerkosten.

Lees hier meer over de regeling.

Duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA)

Bent u eigenaar van maatschappelijk vastgoed? Of houdt u zich bezig met het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed zoals scholen, overheidsgebouwen, zorginstellingen of monumenten? De subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) komt eigenaren van bestaand maatschappelijk vastgoed tegemoet in de kosten om te verduurzamen. Het is niet specifiek een biobased regeling.

  • Aanmelden kan vanaf 20 mei 2024.
  • De subsidie bedraagt 20% van de projectkosten met een minimum van € 5.000 en maximum van € 1,5 miljoen.
  • Lees hier meer over deze regeling.

Carbon Credits

Naast subsidies bestaan er ook zogenaamde Carbon Credits (ook koolstofcertificaten genoemd). Elke credit vertegenwoordigt de verwijdering van één ton koolstofdioxide-equivalent uit de atmosfeer. De credits worden altijd onderbouwd door certificaten die in een openbaar register te vinden zijn. Die certificaten garanderen dat er daadwerkelijk CO2 uit de atmosfeer is gehaald en vastgelegd op een verantwoorde manier.

Koolstofcertificaten kunnen op verschillende manieren dienen als transitiemiddel. Enerzijds stuurt de EU met nieuwe wetgeving (die nog niet officieel in werking is) op beloning voor koolstofvastlegging middels subsidies en een EU-brede aankoopplicht van carbon credits door beursgenoteerde bedrijven. In het kielzog van de EU zijn verschillende overheden (waaronder het Rijk en een aantal provincies) bezig met regelingen rondom carbon credits. Anderzijds is er vanuit de markt vraag naar gecertificeerde carbon credits, die vrijwillig worden gekocht. In beiden gevallen belonen carbon credits een bovenwettelijke prestatie.

Vrijwillige markt voor CO2 vastlegging

Met het gebruik van biobased materialen in een gebouw leg je voor een lange tijd CO2 vast die door planten uit de atmosfeer is gehaald. Die vastlegging kun je laten certificeren en vervolgens als carbon credits verkopen op de vrijwillige markt. Daar kopen bedrijven en individuen de credits. Belangrijk hierbij is dat ze daarmee niet ontkomen aan de plicht om hun eigen uitstoot te reduceren. Je helpt dus met je biobased gebouw niet een vervuilend bedrijf onder hun verduurzamingsplicht uit te komen.

Ballast Nedam Development is de eerste grote ontwikkelaar ter wereld die de koolstofvastlegging in hun biobased gebouwen op de vrijwillige markt verkoopt. Dit doen ze met hulp van Climate Cleanup Foundation, een stichting die koolstofcertificaten controleert en uitgeeft. Ook heeft de stichting een methode opgesteld voor de bepaling en certificering van koolstofvastlegging in biobased gebouwen.

De hoeveelheid vastgelegde CO2 in een biobased gebouw wordt bepaald, gecertificeerd en financieel gewaardeerd op basis van Europese en internationale richtlijnen. De markt kan deze certificaten kopen. Organisaties zijn hier om verschillende redenen in geïnteresseerd, bijvoorbeeld omwille van imago, duurzaamheidsdoelen (voorbij de eigen uitstoot reduceren) en voorbereiding op wetgeving.

Climate Cleanup Foundation onderzoekt en rekent uit hoeveel de opgeslagen CO2 in woningen waard is. Alleen bouwprojecten met een positieve invloed op biodiversiteit, gezondheid en circulariteit kunnen een certificaat voor CO2-opslag verkrijgen en daaraan een geldwaarde koppelen.

Compensatie van het Rijk

Naast het ontwikkelen van de markt voor CO2 certificaten wordt binnen de Nationale Aanpak Biobased Bouwen ook gewerkt aan een regeling. Het idee is nu (het offciele besluit voor een regeling is nog niet gevallen) dat het ministerie van LNV koolstofcertificaten gaat opkopen die ten goede komen aan de opschaling van het areaal vezelgewassen. De bedoeling is om een substantieel deel van de opbrengsten van de koolstofcertificaten verkoop in de zakken terecht komt van de boer. Bij positieve besluiten door LNV zal er in de loop van 2024 worden gestart met een pilot.

Dit artikel kwam tot stand met dank aan Lonneke de Koning, Sacha Brons en Jan Willem van de Groep.

 

construc9wpa
rutten@constructief.org