Fabrikant: verlaag je CO2 uitstoot

Fabrikant: verlaag je CO2 uitstoot

Er komt nogal wat op ons af qua regelgeving op het vlak van duurzaamheid. Doe je niets, dan heb je kans dat jouw product straks niet meer verkocht mag worden, of dat het heel duur wordt, of dat de klant het niet meer wil hebben omdat hij anders niet aan de norm voldoet.

In dit artikel zet ik de wetgeving op een rij waarbij ik voornamelijk heb gekeken naar de relevante regels voor de leveranciers van bouw- en installatiematerialen. De oproep aan de industrie? Laat je niet overvallen door nieuwe regels. Heb je een duurzaamheidsmanager? Zorg dan dat deze ook aan de directietafel wordt uitgenodigd. Heb je nog niemand die zich bezig houdt met duurzaamheid in je organisatie? Wijs dan iemand aan die zich in het thema wil verdiepen of vraag een adviseur om je organisatie mee te nemen in wat er allemaal gebeurt.

Wat zijn dan zoal relevante regels die op ons afkomen? Lees vooral door want de twee laatste hebben misschien wel het grootste effect.

CSRD (2024-2026)

CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive. Dit is vooral een rapportageverplichting. De CSRD verplicht grote bedrijven om vanaf 2024/2025 over hun duurzaamheidsinspanningen te rapporteren. Bij deze rapportage kun je denken aan ontwikkelingen die leiden tot mogelijk financiële risico’s voor het bedrijf, zoals grondstoffenschaarste, extreem weer en transitierisico’s. Maar ook de impact van het bedrijf op mens en milieu, zoals biodiversiteitsverlies en mensenrechtenschendingen in de keten. Daarnaast dien je ook je langetermijndoelstellingen te meten en sociale aspecten. Je rapportage dient door een externe accountant te worden geverifieerd. In 2024 hoeven alleen grote bedrijven rapporteren vanaf 2026 komen daar ook minder grote bedrijven bij.

Andere bedrijven blijven vrijgesteld van de rapportageplicht. Maar als zij leveren aan grote bedrijven, kunnen zij toch te maken krijgen met de CSRD, omdat bedrijven die moeten rapporteren ook informatie over hun toeleveranciers en afnemers moeten verstrekken.

EPBD-IV (2024-2050)

Eén van de onderdelen van de EPBD IV behelst een verplichting voor de berekening van de life-cycle Global Warming Potential (GWP) over de hele levensduur van het gebouw: een zogeheten WholeLife-Carbon-berekening (WLC-berekening). Dit betreft de broeikasgasemissies veroorzaakt door zowel het materiaalgebruik als het energieverbruik tijdens het gebruik van het gebouw. Dus een combinatie van de MPG en (B)ENG.

Er is in Europa een voorlopig akkoord op de inhoud en momenteel worden de definitieve teksten geschreven. Naar verwachting wordt deze in maart 2024 gepubliceerd. Dan wordt het Europese wetgeving. Het is dan aan het kabinet om dit beleid binnen twee jaar in te voeren in Nederland.

Voor bedrijven betekent dit op korte termijn niet direct aanpassingen van regelgeving maar wel een beeld waar het beleid de komende jaren naar toe gaat. Een route naar het reduceren van broeikasgassen over de hele levenscyclus van gebouwen, voor zowel nieuwbouw als in de bestaande gebouwen.

MPG (2025)

De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) wordt per 1 januari 2025 aangescherpt van 0,8 naar 0,5 voor woningen. Voor kantoorgebouwen gaat de MPG naar 0,85. Nu staat die nog op 1. Waar de MPG nu nog appeltje eitje is om te halen zullen ontwerpers steeds meer moeite moeten doen en kritischer moeten zijn in hun productkeuze om de MPG te halen. De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht.

De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Het gaat hierbij om nieuwe kantoorgebouwen (groter dan 100 m²) en om nieuwbouwwoningen. Daarbij wordt gekeken naar de hele levensduur (zie onderstaand figuur). Tevens is de intentie dat er gekeken gaat worden naar 19 milieu-effect categorieën in plaats van de 11 die nu worden gehanteerd, maar daarover loopt nog tot 23 februari een internetconsultatie.

De MPG wordt uitgerekend aan de hand van de data die in de NMD zit. De Nederlandse Milieu Database. Fabrikanten kunnen daar hun EPD (Environmental Product Declaration) laten registreren. Ze krijgen dan zogenaamde Categorie 1 data. Staat er geen Categorie 1 data van jouw product in de NMD maar alleen Categorie 3 data (een inschatting van een adviseur) dan krijg je een ‘strafpenalty’ van 30% over de waarde en kom je dus naar alle waarschijnlijkheid als minder duurzaam uit de bus. Het wordt dus steeds belangrijker om jouw EPD’s bij de NMD aan te melden.

CBAM

Produceer je binnen de EU dan heb je te maken met een prijscorrectie voor je CO2 uitstoot, de zogenaamde ETS (later een uitleg). Om oneerlijke concurrentie tegen te gaan of bedrijven te stimuleren zich buiten de EU te vestigen moeten ook producten van buiten de EU een prijscorrectie betalen. Dat is het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Per 1 oktober 2023 geldt de rapportageverplichtin. Binnen een maand na het einde van ieder kwartaal moet de rapportage worden ingediend. De eerste rapportage moet dus uiterlijk 31 januari 2024 zijn ingediend. De Nederlandse Emissieautoriteit voert samen met de Europese commissie toezicht uit en kan handhaven als je niet aan de verplichtingen voldoet. Vanaf 2026 wordt de rapportageverplichting omgezet in een prijscorrectie.

Kader Richtlijn Water

In 2027 moet Nederland voldoen aan de Kaderrichtlijn water (KRW). De Europese richtlijn waarborgt de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa. En dat kan grote gevolgen hebben. In het slechtste geval kan een kwart tot wel een derde van de totale bouwproductie niet meer worden vergund. Het tijdelijke droogpompen en verplaatsen van water zou dan bijvoorbeeld niet meer mogelijk zijn. Er wordt nog gezocht naar oplossingen. Wil je meer weten over de gevolgen voor de bouw dan is dit rapport een aanrader.

CPR Europese bouwproducten verordening

In het kader van de herziening van de Europese Bouwproducten Verordening (CPR) werkt de Europese Commissie aan een verplichting voor de rapportage van de milieueffecten van bouwproducten. De verwachting is dat de Europese Commissie als vervolgstap nog voor 2030 binnen de Europese Bouwproducten Verordening (CPR) en Kaderrichtlijn Ecodesign, een maximum eis voor ‘embodied carbon’ stelt bij de toelating van een bouwproduct of installatie op de Europese markt. De embodied carbon betreft de totale hoeveelheid koolstofuitstoot die gepaard gaat met de productie.

ETS

Het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU is het voornaamste EU-instrument om broeikasgasemissies te beperken. Er bestaat al een emissiehandelssysteem (ETS) voor de CO2-emissies van de grote industrie en energiebedrijven. Maar vanaf 2027 valt ook onder meer de gebouwde omgeving en transport hieronder. Wat is dat nou eigenlijk het ETS? Het systeem plakt een prijs op koolstof. Ieder jaar moeten de bedrijven die onder het ETS vallen emissierechten kopen in vergelijking tot hun CO2 uitstoot. Elk jaar wordt een plafond bepaald voor het aantal emissierechten dat dat jaar op de markt wordt gebracht. Dit plafond daalt ieder jaar. Zo worden bedrijven financieel gestimuleerd hun uitstoot te verlagen. Stoot je teveel uit dan kun je dus ook van een zuinig bedrijf overkopen. Aan de andere kant kunnen duurzame bedrijven zo hun businessmodel verbeteren. Op dit moment bedragen de kosten voor een ton CO2 een kleine € 100, maar wanneer de vraag groter worden, dan worden natuurlijk ook de kosten hoger.

Veel nieuwe wetgeving gaat over het terugbrengen van de CO2 uitstoot. Niet alleen van jouw productieproces maar ook van die partijen voor jou in de keten. Ga dus volop aan de slag met het terugbrengen van de CO2 uitstoot en betrek ook je ketenpartners daarbij. Kijk hoe je samen zo snel mogelijk CO2 kunt verlagen. Is het niet voor jou, dan wel voor je portemonnee. NIET duurzaam zijn wordt namelijk heel DUUR.

 

construc9wpa
rutten@constructief.org